Van 1954 tot en met 1956 werd de racewagen bij Jaguar in elkaar geschroefd. Een productierun van ongeveer drie jaar dus, maar desondanks bleef de oplage beperkt tot 75 exemplaren. Vooraf plande Jaguar echter om 100 exemplaren te bouwen, een belofte die ze dankzij de productiefaciliteit van Jaguar Land Rover Classic Works in Warwickshire eindelijk kunnen nakomen.
Vandaag brengt het team van Jaguar Classic al een prototype van de nieuwe D-Type mee naar de Salon Retromobile show in Parijs. De bedoeling is dat de 25 wagens een exacte kopie worden van het origineel. Onder de kap ligt dan ook de originele zescilinder motor van de XK.
Voor de 25 nieuwe exemplaren biedt Jaguar klanten de keuze tussen de Shortnose D-Type uit 1955 en de Longnose D-Type uit 1956. Die laatste is herkenbaar aan de verlengde motorkap, de staartvin achter de bestuurder en 'quick-change' remklauwen.
Bij Jaguar Classic zijn ze trouwens niet aan hun proefstuk toe. Eerder bouwden ze de zes resterende exemplaren van de E-Type Lightweight.